zondag 4 mei 2014

Reflectie periode 2

Aan het begin van de tweede periode had ik niet meer zo'n zin om boeken te gaan lezen. Doordat ik aan het eind van de eerste periode heel erg haast had om mijn fictieblog af te maken heb ik uiteindelijk een stom boek moeten lezen. Vanaf toen had ik geen zin meer in lezen. Maar gelukkig moesten we nog meer boeken lezen voor fictie. Ik ging weer leuke boeken lezen en mijn zin in lezen kreeg ik weer terug.  Dit vind ik heel erg fijn. Door te blijven lezen vergroot je je woordenschat en begin je ook zelf anders te praten en zinnen te maken. Natuurlijk gebeurt dit niet direct maar ik zit in het proces doordat ik blijf lezen. 

Helaas was ook deze keer weer mijn laatste boek dat ik heb gelezen een stom boek. Het was niet een heel dik boek. Ik dacht aan het begin dat het verhaal gewoon nog op gang moest komen maar dat het daarna wel leuk zo worden. Maar toen ik keek waar ik was in het boek bleek dat ik al over de helft van het boek was. Ik besefte dat er waarschijnlijk niet meer echt iets leuks zou gaan gebeuren in het boek maar vond het ook zonde om nu nog een ander boek te lezen nu ik al over de helft was. Het was dus niet zo dat ik door tijdsnood het boek moest uitlezen zoals bij de vorige periode. 

Ik ben vroeg begonnen aan mijn fictieblog want ik heb geleerd van de eerste periode. Maar eigenlijk had ik ook moeten doorzetten deze periode. Ik begon wel vroeg maar het ging ook erg traag. Ik dacht steeds dat ik het boek dan wel morgen verder kon gaan lezen of aankomend weekend omdat ik toch nog zoveel tijd had. Maar toen zag ik dat de deadline wel dichtbij kwam. Ik moest dus nog wel een beetje doorlezen maar heel veel haast had ik ook niet meer waardoor ik dus een stom boek moest gaan lezen. De volgende periode ga ik dus niet alleen vroeg beginnen maar ook doorlezen van het begin af aan. 

Verwerkingsopdracht 7 achtergrondinformatie, Slangenkuil

Het boek Slangenkuil, geschreven door David Almond, gaat over een jongen genaamd Liam. Samen met zijn vriend Max ziet hij een vogel vliegen. Ze volgen de vogel en zien uiteindelijk een baby liggen. Er ligt een briefje bij waarop staat: zorg goed voor haar als u blieft. Dit kind is een geschenk van God. En naast haar staat een jampot vol bankbiljetten en muntstukken. Het kind wordt uiteindelijk gebracht naar een pleeghuis. Maar de moeder van Liam kan haar daar niet achterlaten. Ze nemen het kind uiteindelijk op in het gezin. Maar Liam leert ook twee kinderen kennen van zijn leeftijd en ouder genaamd Oliver en Crystal. Liam houdt contact met Crystal via de mail en ze worden vrienden. Ondertussen groeien Max en Liam steeds meer uit elkaar. Natrass was vroeger ook een goede vriend van Max en Liam maar ze groeiden erg snel uit elkaar. Natrass was nogal moordlustig. Hij hield van bloed en subtiele drijgingen. Hij maakte met zijn vrienden filmpjes waarin een persoon werd vermoord die uiteindelijk gewoon een vogelverschrikker met een zak op zijn hoofd bleek te zijn. Hij stuurde deze filmpjes vaak naar Liam. De eerdergenoemde Oliver moest op een gegeven moment ook het land verlaten. Oliver kwam namelijk ook Liberia. Ze zeiden tegen hem dat het veilig genoeg is in het land om er weer naar terug te gaan. Maar Oliver wilt echt niet meer terug en gaat op de vlucht samen met Crystal. Het boek ging vanaf hier veder in Liams gedachte. Hij bedenk dat hij Crystal en Oliver ziet. Hij neemt ze mee naar een grot waar Max en Liam vroeger altijd speelde. Liam en Max bedachten dat ze daar konden schuilen als er oorlog was. Daar gingen ze toen met zijn drieen naar toe. Crystal vertelde verhalen over het pleeghuis en Oliver verteld over zijn verleden. Hij zegt dat zijn echte naam Henry is. Hij zegt dat er op een dag allemaal soldaten zijn dorp binnenkwamen en dat ze zijn hele familie vermoorden. Hij zei dat hij soldaat werd terwijl hij pas acht was. Hij heeft veel mensen vermoordt en dorpen afgebrand toen hij klein was. Toen kwam Natrass hun grot binnen samen met zijn twee vrienden. Ze bedrijgde Liam maar toen pakte Henry Natrass mes af en duwde Natrass op de grond. De twee vrienden van Natrass rende weg. Uiteindelijk liet Henry Natrass los. Maar Liam was nog steeds boos op hem en stak Natrass neer. Toen kwamen er soldaten binnen en namen ze hun allevier mee naar het huis van Liam. Maar zijn ouders vonden het niet al te erg. Natrass werd naar huis gebracht en Oliver en Crystal bleven nog even bij Liam. Liam zei toen dat hij bijna zeker wist dat zjin ouders Oliver en Crystal ook zouden adopteren. 

Ik vond het gewoonweg een stom boek. Er zat voor mijn gevoel geen verhaal in. Ik vond het gewoon allemaal losse stukjes die samen een 'verhaal' vormde. Op het begin krijg je allemaal dingen te weten en vinden ze de baby maar dan blijft het de hele tijd hetzelfde. Het hele eind van het verhaal speelt zich af in het hoofd van Liam. Ik vond het ook een erg onduidelijk boek en doordat er dus ook niet echt een verhaallijn in zat vond ik het ook erg moeilijk om een samenvatting van het boek te schrijven. Er zat ook niet echt een hoogtepunt in het verhaal en het was nogal een saai boek, vond ik. Ik vind dit boek dus niet bepaald een aanrader. 


Verwerkingsopdracht:

De jongen die met piranha's zwom
Stan loopt weg van huis en sluit zich aan bij een reizend circus. Hij ontmoet de meest wonderlijke mensen, zoals Dostojevski van de vis-een-eendje kraam en de geheimzinnige Madame Rose, die Stan een gouden toekomst voorspelt.
Op een dag staat Stan ineens oog in oog met de grote Pancho Pirelli: de man die met piranha's zwemt. De legendarische held herkent in Stan zijn opvolger , maar durft Stan het aan om bij hem in de leer te gaan?

De schaduw van Skellig
Ze zijn pas verhuisd en zijn vader en moeder hebben alleen tijd voor het huis en voor de nieuwe baby, die erg ziek is. Balorig gaat Michael daarom maar het terrein rond het huis verkennen. De gammele garage is tot verboden terrein verklaard, dus daar gaat Michael eerst eens snuffelen. Hij krijgt er de schrik van zijn leven: er ligt een oude, zieke zwerver.'Hij lag in het duister achter grote kisten, in het stof en het vuil. Het was alsof hij daar altijd zo had gelegen. Hij was smerig, bleek en broodmager en ik dacht dat hij dood was. Ik had me niet erger kunnen vergissen. Maar toen kon ik nog niet weten dat er nooit zo iemand als hij had bestaan.'Het blijft niet bij die eerste verrassing voor Michael. Er breken ongelooflijk spannende dagen voor hem aan. De zwerver is namelijk helemaal niet wat hij lijkt...

De vuurvreter
Bobby Burns vindt tijdens die zomer van 1962 zijn leven in het dorpje aan de noordoostkust van Engeland perfect. Hij is gelukkig bij zijn vrolijke moeder en aardige, begripvolle vader en geniet van het alledaagse leven dat er al een eeuw of zo lijkt te hebben stilgestaan. Steenkolen worden nog met paard en wagen van het strand gevist, en ieder weet zijn plaats en stand. Maar als de zomer overgaat in de herfst verandert de aardige, zonnige wereld om hem heen opeens. Het begint na het angstaanjagende optreden van een vuurvreter tijdens een bezoek aan de stad. Vervolgens lijkt zijn vader een ernstige ziekte te hebben, waardoor hij voor onderzoek naar het ziekenhuis moet. En op de nieuwe middelbare school gedraagt een leraar zich ongemeen hardhandig. Een nieuwe jongen uit de stad gaat in verzet en verspreidt foto's van de misstanden op school. Bobby wil hem helpen. Maar heeft dat allemaal nog wel zin nu de wereld elk moment ten onder kan gaan? Het is crisis omdat er atoomwapens op Cuba staan en de vraag is niet óf er een kernbom zal vallen, maar wanneer.

De wilderenis
Bij het licht van de zaklamp gooide Askew de emmer leeg op de as, gooide de dolk en bijl erbij. We pakten de dekens. Al die tijd hield ik mijn vuist dichtgeklemd. We keken nog een keer de binnengangen in, zagen de starende ogen van de magere kinderen en de schittering van Silky.
'Schiet op,' zei ze weer. 'Waar kijk je naar?'
We struikelden door de gang, kropen door het gat en over de puinhoop, gingen onder de boog van baksteen door en worstelden ons door de meidoorn. De zon blonk in het smalle dal. We deden onze armen voor onze ogen tegen het felle licht. Allie schaterde het uit.
'Als je jezelf eens kon zien! Als je jezelf eens kon zien!'
En Askew en ik gaapten elkaar aan, besmeurd als we waren met vuil en bloed, en zelfs Askew schoot in de lach.
Ik deed mijn hand open, liet de felgekleurde steentjes zien.
'Wat is dat?' vroeg Allie.
'Een geschenk,' zei ik.
Askew raakte de steentjes aan. Met glanzende ogen keek hij me aan.
'Jezus,' zei Allie. 'Wat is er met jullie?'
Ik kneep mijn hand weer dicht. 'Een beetje geduld,' zei ik. 'We vertellen je alles nog wel.'

Mijn naam is Nina
Mijn naam is Nina en ik hou van de nacht Hoe zal ik verdergaan? Ik kan niet domweg schrijven dat er dit is gebeurd en toen dat en daarna dit en toen weer dat, en dat zo eindeloos doorzeuren. Mijn dagboek moet groeien zoals gedachten groeien, zoals een boom of een beest groeit, zoals het leven zelf groeit. Een boek hoeft toch geen verhaal van a tot z in een rechte lijn te vertellen?

Tijgerhart
Joe Maloney hoort niet thuis in de harde wereld van de achterbuurt waarin hij opgroeit. Hij is niet erg vlug, niet bepaald stoer, hij leeft in een droomwereld. Zijn moeder, die hem in haar eentje moet opvoeden, wil graag dat hij eindelijk een beetje volwassen wordt: ze wil een man in huis. Maar daar is Joe nog niet aan toe. Zijn school wil dat hij ophoudt met spijbelen en rondzwerven, maar dat houdt hij niet uit. Zijn enige vriendje Stanny wil dat hij meegaat op jacht, maar Joe kan geen beesten doodmaken. Joe is alléén. En dan komt het circus, en komt de tijger. Joe krijgt vrienden, te beginnen met de jonge acrobate Corinna, die hem voorstelt aan de oude waarzegster Nanty Solo, Charley Caruso, Good William met zijn gedresseerde hondjes, en niet te vergeten de enorme worstelaar George Hackenschmidt, de circusdirecteur.Voor het eerst sluiten Joe's dromen en zijn werkelijkheid op elkaar aan. Zijn klasgenoten schelden Joe's nieuwe vrienden uit voor zigeuners, dat is waar, en het circus heeft zijn beste dagen gehad. Maar fantasie, vriendschap en waardering maken van Joe een andere jongen. Eentje met een warm hart vol lef. Een tijgerhart.

Duister
Davie (ik-figuur), een gewone schooljongen in een gewoon Engels dorp, raakt in de ban van Stephen Rose. Diens verleden is veelbewogen en duister en hij heeft geheimzinnige vermogens. Hij meent een geboetseerde pop tot leven te kunnen wekken en sleept Davie mee naar de rand van de waanzin. In flitsende, korte hoofdstukken ontrolt het verhaal zich, geschreven in een bijna hamerende stijl die tot doorlezen dwingt. Ook voor de lezer vervaagt de grens tussen waan en waarheid en worden vragen opgeroepen over religieuze verdwazing, goed en kwaad, God en duivel en over de hoogmoed van het kunstenaarschap. Het nogal zwarte verhaal laat twee uitwegen open.

Bron: bol.com


David Almond

David Almond (Felling, bij Newcastle, 15 mei 1951) is een Brits kinderboekenschrijver. Hij heeft meerdere boeken en romans geschreven, die elk goed werden ontvangen door critici.

Almond studeerde aan de University of East Anglia. Zijn werken zijn doorgaans filosofisch van aard, en derhalve te lezen door zowel kinderen als volwassenen. Een terugkerend thema in zijn werken is de relatie tussen twee tegenpolen, zoals leven en dood en realiteit en fictie.

In 2000 ontving hij de Zilveren Griffel voor het boek De schaduw van Skellig. Zijn boeken De wildernis, Het zwarte slik en De vuurvreter zijn beloond met een Zilveren Zoen. In 2010 ontving hij de prestigieuze Hans Christian Andersenprijs, een oeuvreprijs voor kinderboekenschrijvers, soms wel de Nobelprijs voor jeugdliteratuur genoemd.

Bron: wikipedia.com


Profiel van David Almond

Werkelijkheid en dromen lopen zo vaak door elkaar,' zegt Nina in De schaduw van Skellig. En dat klopt ook voor de boeken van David Almond zelf. Zijn boeken voor kinderen vanaf twaalf jaar zijn voor het grootste deel realistisch. Ze gaan over angst en over de relaties tussen mensen. Maar meestal stopt hij er ook iets bovennatuurlijks in, op zo'n manier dat het lijkt of het gewoon echt zou kunnen gebeuren. Hoewel hij verschillende aanwijzingen in zijn boek stopt, geeft hij geen echte verklaring voor die vreemde gebeurtenissen. Dat maakt zijn boeken een beetje griezelig. De boeken zijn soms ook een beetje eng door de plaatsen waar ze zich afspelen: in vervallen schuurtjes, in de wildernis, op verlaten fabrieksterreinen. Maar dat zijn natuurlijk ook prachtige plaatsen om spannende avonturen te beleven. Die plaatsen lijken trouwens wel een beetje op de plaatsen waar David Almond opgroeide. Ook de natuur speelt een belangrijke rol in zijn boeken. En in de meeste boeken komt een vreemdeling voor: een ongewoon persoon dat even ergens opduikt en na een poosje weer verdwijnt. David Almond schreef verder prentenboeken, toneelstukken en korte verhalen, maar die zijn (nog) niet in het Nederlands vertaald

Bron: kjoek.nl


Ik vond alle verhalen die hier boven staan heel verschillend. Maar wat mij opviel was dat in alle boeken een kind de hoofdrol speelt. Het gaat nooit over een volwassenen. Je ziet ook wel wat realiteit in elk boek maar in een paar boeken zit ook fictie. Als ik niet wist dat al deze boeken door David Almond waren geschreven had ik echt gedacht dat ze allemaal door een andere schrijver zouden zijn geschreven. En dat niet alleen door de verschillende verhalen, maar ook de schrijfstijl lijkt nogal verschillend. Maar doordat ze zo verschillend zijn zit er vaak ook altijd wel een boek voor iemand tussen. Sommige boeken van David Almond lijken me heel erg leuk om te lezen maar sommige lijken me ook erg saai of stom. 

Volgens mij probeert David Almond ook altijd een boodschap te vertellen in zijn verhalen. Ook al zijn het fictie boeken, er zit volgens mij toch nog een verhaal achter het verhaal. Ook zag ik staan dat Almonds boeken doorgaans van filosofische aard zijn. In het boek slangekuil wat ik heb gelezen, zag ik dat niet heel erg terug in het verhaal. Maar in het boek 'Mijn naam is Mina' zag ik dit in tegendeel wel terug. Ik vond de samenvatting van het boek niet heel veelzeggend dus heb ik daar het inkijkexemplaar gelezen. Daarin zag je wel veel filosofie in terug. In dat boek probeerde hij de betekenis achter woorden uit te leggen. Maar volgens mij zit er verder niet echt een verhaallijn in het boek. Dat heeft het boek slangenkuil ook. Daar vond ik ook niet echt een verhaallijn in zitten. Maar zag ook bij het boek slangenkuil dat hij een boodschap wilde meebrengen. Een ander interessant boek van hem leek mij 'De wildernis'. Dit kan liggen aan hoe de samenvatting is geschreven, maar aan de andere kant zegt dat ook iets over hoe het boek is geschreven. 

vrijdag 2 mei 2014

Verwerkingsopdracht 5 recensies, Ik ben geen racist

Het boek, ik ben geen racist, is een boek wat gaat over een simpele Zweedse plattelandsjonge genaamd Svenne. Hij wordt op een dag neergestoken door een allochtone jongen en een paar dagen later komt er een man naar hem toe genaamd Nils Dackeman. Hij zegt dat hij Zweden wilt veranderen en een nieuwe partij wilt opzetten genaamd de Partij Rechtvaardig Zweden. Svenne wordt de partijleider van de partij hoewel hij geen idee heeft wat hij moet gaat doen of wat het doel is van de partij. Dackeman doet uitspraken over geloven en wat hij daar van vindt. Veel mensen vonden het gelijk discriminatie wat Dackeman zei en deed. Dackeman zei dat zijn doel niet discriminatie is maar dat hij de meisjes en vrouwen die worden onderdrukt door hun geloof wilt helpen. Het lijkt allemaal onschuldig maar langzaam maar zeker wordt het steeds erger.  

Ik vind het een heel erg mooi boek en vond het heel erg jammer toen ik hem uit had gelezen. Op het begin zaten er een paar politieke stukjes in die ik niet super interessant vond maar ze waren wel heel leerzaam en ook erg belangrijk voor het erg mooie en emotionele eind. In het eind gebeuren er in een keer zoveel dingen. De emotie die Svenne allemaal tegemoetkomt worden heel erg mooi beschreven. Het is net alsof je de verdriet en pijn van de jongen voelt. Svenne en Dackeman hebben in het boek ook veel diepzinnige gesprekken. Aan het begin vond ik dit een beetje vreemd maar je ziet dat het de manier van denken bij Svenne verandert. Hij gaat dieper en beter nadenken. Ook wordt in het boek alle kleine dingen beschreven. Die kleine dingen zijn veel belangrijke dan het grote verhaal. We baseren onze grote keuzes namelijk vaak op die kleine dingen. Het verhaal wordt ook verteld door Svenne. Hierdoor weet je natuurlijk al welke keuzes hij niet zou hebben moeten maken maar als je niet een deel weet van hoe het eindigt zou je ook niet weten wat je in het begin zou moeten hebben gedaan. Alles wordt erg mooi beschreven en je ziet in het boek goed hoe zoiets als discriminatie opbouwt en hoe snel je in dingen verwikkelt raakt terwijl je dat niet wilt. Ik denk dat dit ook de bedoeling was van de schrijver. Hij liet zien dat het nooit ergens begint. Hierdoor is het ook moeilijk om zoiets te stoppen want je weet niet wat de oorzaak is. Hij gaf voorbeelden in het boek en liet de emoties van mensen gaande weg mooi zien. Ik vond het een geweldig boek om te lezen dus ook zeker een aanrader!


Verwerkingsopdracht: 

Recensie 1

Ik ben geen racist - Per Nilsson
Svenne is een eenvoudige plattelandsjongen, een jongen van de techniekafdeling - zonder ouders, die zijn gestorven. Per Nilsson vertelt hoe het komt dat duizenden mensen hem een paar maanden later dood wensen. - Door Thomas de Veen
Nils Dackeman is tegen de gevestigde politiek, tegen de Verenigde Staten en tegen de ‘massa-immigratie’ van de ‘vrouwonvriendelijke islam’. Hij wil politieke problemen aanpakken en oplossen en hij zál dat ook doen, als er genoeg mensen op hem en zijn Partij Rechtvaardig Zweden stemmen. Als een Zweedse Pim Fortuyn lijkt hij als nieuweling zeker van een verkiezingsoverwinning. Eindelijk ‘iemand die de waarheid durft te zeggen’.

Naïeve jongen
Svenne is partijsecretaris. Wat begon als een baantje dat de vriendelijke Dackeman hem aanbood, zal zijn leven veranderen. Als Svenne zich begint te realiseren dat politiek eigenlijk niets voor hem is, is er geen weg meer terug. Daarom en om hem gaat het in Ik ben geen racist van Per Nilsson. Om de naïeve jongen die ineens uitgemaakt wordt voor vreemdelingenhater, voor racist, voor nazi.

Vuurzee
Want het ontspoort. Het vlammetje dat Dackeman opstookte is een lopend vuurtje geworden, en een verzengende vuurzee. Svenne is werkelijk geen racist. Het volk wél – het volk gaat aan de haal met Dackemans ideeën en een golf van geweld spoelt over Zweden. Nilsson neemt een wat trage aanloop, maar laat zijn verhaal dan in een stroomversnelling komen van racistisch geweld en doodsbange debatten, allemaal geloofwaardig en schokkend.

Botte bijl
Nilsson maakt van politiek een pageturner. Maar bovenal is Ik ben geen racist een aangrijpend persoonlijk verhaal over een jongen die even vergat na te denken, die even verblind was. Hij zag niet dat Dackeman hakte met een botte bijl, waardoor meer schade berokkend werd dan Svenne gewild had. Dan kan hij alleen nog ontsnappen door de tijd terug te draaien, lijkt Nilsson te zeggen. Het rafelrandje waarmee het boek eindigt, is ontregelend. Daarmee doet het precies wat Nilsson wil: Ik ben geen racist neemt je serieus, waarschuwt je en zet je aan tot denken.

Bron: sevendays.nl

De schrijver van deze recensie spreekt positief over het boek. Hij zegt dat de schrijver, Per Nilsson, van politiek een pageturner maakt. Hij vindt het een aangrijpend persoonlijk verhaal omdat het gaat over de alledaagse jongen die even vergeet na te denken. Ook zegt hij dat doordat het boek een open einde heeft je het boek serieus neemt. Het waarschuwt je zet je aan het denken. 

Ik ben het over het algemeen wel eens met de recensie. Het klopt inderdaad dat de schijver een wat trage aanloop neemt in zijn boek maar hij laat zijn verhaal dan in een keer in een stroomversnelling komen van racistische geweld en doodsange debatten, allemaal geloofwaardig en schokkend. Maar de schrijver van de recensie zegt ook dat svenne werkelijk geen racist is maar het volk wel. Hij zegt dat het volk wel aan de haal gaat met Dackemans ideeën en een golf van geweld spoelt over zweden. Ik vind dat niet helemaal klopt. Allereerst was niet het hele volk racistisch. Veel mensen protesteerde tegen de partij en vonden het niet goed dat de partij uitspraken maakte over verschillende geloven. Ook is het zo dat de aanhangers van de partij ook niet gelijk rasitisch zijn. Dackemans partij zei dat hij vondt dat veel meisjes in, vooral, het islamitische geloof onderdrukt werden. Mensen zijn dan naïef om dat te geloven. Ze denken dan dat alle meisjes met een hoofddoek gelijk onderdrukt zijn. Ook zei Dackeman dat hij niet de afkomst van mensen aanviel maar dat hij die mensen juist wilde helpen. Dackeman kon goed zijn worden verdraaien waardoor ze niet racistisch leken. Het volk was naïef en geloofde dat. Ze hoopte gewoon dat het geweld en diefstal in hun land zou verminderen. Ze geloven iedereen die dan zegt dat hij daarvoor kan zorgen. Maar daarom ben ik het er wel mee eens met de schrijver van de recensie dat dit boek je aan het denken zet, want dat doet het het zeker. 


Recensie 2

Svenne, een op dat moment 17 jarige jongen, woont met zijn vader in een dorp op het Zweedse platteland. Wanneer hij met vrienden naar de kermis gaat in een naburig dorp, wordt hij neergestoken door een allochtone jongen. Na dit gebeuren, krijgt hij enkele dagen later bezoek thuis van ene Nils Dackeman. Dackeman lijkt van plan om een partij op te richten, de partij Rechtvaardig Zweden… Svenne twijfelt: zijn vader is kort geleden omgekomen bij een banaal ongeluk, zijn moeder heeft hij nooit gekend. Iedereen in het dorp vindt Svenne nu een ietwat een zielig iemand: moeder weg, vader ook weg, neergestoken: alleen op de wereld. Dackeman belooft Svenne hem aan te nemen, hij kan zijn hulp worden bij zijn op te richten partij. Svenne zwicht: zijn loon om een beetje in Dackemans tuin te werken, en een eigen huisje op het terrein: makkelijk zat. Maar dan gaan de poppen aan het dansen… Er gebeuren dingen die Svenne nooit zelf heeft gewild…

Goed boek, al weet ik langs de andere kant ook niet goed wat ik ervan moet denken. Het gegeven “racisme”, en wat dat met je kan doen, het wordt je door je strot geramd. De compositie van het verhaal ontbreekt een beetje. In vroeger werk mocht de lezer zelf het een en ander uitzoeken, al was Nilsson er wel altijd klaar voor om je heel bewust te maken: milieuproblematiek, drankmisbruik, alles kwam aan bod, maar nooit zomaar: het waren mooi gecomponeerde boeken, met onverwachte hoeken, je mocht zelf nog gaan nadenken, met personages van vlees en bloed. In “Ik ben geen racist” ook wel, nog harder misschien, maar het blijft een gewoon goed geschreven verhaal, spelend in de brandende actualiteit. Pim Fortuyn, de charismatische leider uit Nederland, komt zelfs om het hoekje kijken. Al zal dit gegeven waarschijnlijk door de vertaalster uit het Zweeds, naar de Nederlandse politiek zijn vertaald. Het is bijna eng. Het boek zit zo dicht bij je en bij gebeurtenissen die de laatste tijd ook België beroer(d)en, dat haast niet anders kan dan een mening vormen, je leest het boek niet even tussendoor. Anderzijds biedt dit boek weinig vernieuwends. Svenne vertelt je vanuit zijn standpunt, hoe het zover is kunnen komen, en dat verwondt haast. Het leeft. Om heel kort te gaan handelt dit boek over racisme en geen racisme, en wat dat met een mens aanvangt. Ook in dit boek weer: (helaas voor Nilsson) de achterflap vertelt je eigenlijk al in veel te grote lijnen waar het boek heen gaat, en dat is in dit geval haast geen reden meer om het boek te lezen. Nilsson heeft het geluk dat ik wordt aangetrokken door zijn naam, door eerder geschreven prachtige boeken, anders had ik het boek gelaten voor wat het was.

Bron: deleesfabriek.nl

De schrijfster van deze recensie vind dat het boek wel goed is geschreven maar ze vind het geen geweldig boek. Ze zegt dat doordat je al weet hoe het boek een soort van gaat eindigen wordt er al in grote lijnen vertelt waar het boek heen gaat. Maar ze vindt zijn schrijfstijl wel altijd erg leuk. Ze zegt dat zijn boeken mooie gecomponeerde boeken waaren met onverwachte hoeken. Hierdoor mocht je zelf nog nadenken. Maar doordat je in te grote lijnen weet waar dit boek heen gaat heeft het voor haar in dit geval haast geen reden meer om het boek te lezen. 

Ik snap wel wat de schrijfster van de recensie bedoelt. Maar mij maakte het meer nieuwschierig naar wat hij dan gedaan zou moeten hebben waardoor hij de meest gezochte persoon is in zijn land. Je ziet doordat je, voor hem, in het verleden kijkt zo steeds stukjes van het heden terugkomen en je kunt zien waar hij andere keuzes had moeten maken. De schrijfster van de recensie vond dat doordat je het einde al wist, het in te grote lijnen uitlegde wat er ging gebeuren. Ik was in tegendeel daardoor juist nieuwschierig naar hoe hij daar was gekomen. Wel ben ik het er met haar overeens dat het boek je aan het denken zet.

donderdag 27 maart 2014

Verwerkingsopdracht 2 vijf kunstreproducties, Kleine bij

Het boek Kleine bij gaat over een Nigeriaans meisje en een blanke vrouw uit Engeland. Het meisje en de vrouw komen elkaar tegen op een strand in Nigeria en verandert hun levens. Ze komen elkaar pas later weer tegen en helpen elkaar verder met hun problemen en leren veel van elkaar. Ze houden de hele tijd elkaars hoofd boven water. Ik ga niet te veel verklappen want als ik jou was zou ik het zelf gaan lezen.

Het is een heftig verhaal en het begint een soort van in de toekomst. Je weet nog niet wat er is gebeurt maar je gaat gewoon mee in het verhaal en komt langzamerhand te weten wat er in het verleden op het strand is gebeurt. Ik vond het een heel erg mooi boek. Het boek is erg uitgebreid geschreven. Dit kan vaak twee kanten opgaan. Soms wordt het te langdradig en saai maar hier werden de details heel mooi beschreven. Het boek brengt je aan het denken. Op het begin dacht ik wel dat het boek misschien te eng zou zijn. Maar ik ben heel erg blij dat ik doorgelezen heb!


Verwerkingsopdracht:

Ik vond deze ‘foto’ erg goed bij mijn boek passen. In het boek wordt heel mooi het contrast beschreven tussen rijk en arm. Het meisje in het boek uit Nigeria vertelde ook vaak over dat ze geen tv hadden en dat ze schommels maakten van autobanden. Ook al verteld ze in het boek alleen over het verschil in bezittingen, het laat toch het verschil tussen arm en rijk zien net als deze ‘foto’.

Ik heb deze foto gekozen omdat deze foto heel erg lijkt op het strand dat ik in mijn hoofd voorstelde toen ze het in het boek beschreven. Dit is de plek waar het in het boek allemaal begon. Zonder dit strand zou er geen verhaal zijn geweest.

Dit plaatje doet me ook veel aan het boek denken. Arme mensen werken erg hard voor dingen en wij pakken het af voor een laag prijsje. Ze werken voor het minste. Ook werd in het boek verteld dat ze in Nigeria thee verbouwde maar het meisje had nog nooit thee geproefd. Ze verbouwde het wel maar had geen idee waar het voor werd gebruikt of hoe het smaakte.


Dit is een simpel plaatje maar het deed me wel denken aan het boek. In het boek wilde de Engels mevrouw Sarah altijd al iets betekenen voor de wereld en het Nigeriaanse meisje wilde graag veilig zijn, eten en misschien een tv. Dit verschilde natuurlijk erg. Ook had het Nigeriaanse meisje het een keer over dat ze in haar land geen toekomst hadden. Ze dachten niet ver vooruit. De rijkere mensen hadden een toekomst want zij hoefde zich niet druk te maken over het heden.

Dit vond ik ook een mooi plaatje. Het laat zien dat arme zo hard werken voor een beetje geld, voor de mensen met veel geld. In het boek is de reden van de ontmoeting de olieboringen in Nigeria. Een groep mannen gaat in het boek naar een dorp toe en brand het hele dorp af en vermoord iedereen. Hun opdracht is om olieboringen daar neer te zetten. Dit doen ze allemaal voor geld en ze vermoordden iedereen die getuigen van de afbrandingen zijn geweest. Ze doen daar dus veel voor geld. Maar ja, wij kunnen ook kiezen uit duizenden dingen om geld te verdienen en zij hebben geen keuzes. Als er een kans komt nemen ze die vaak aan met beide handen hoewel ze dat misschien ook niet willen doen en dit plaatje laat dat mooi zien. 


maandag 6 januari 2014

Reflectie periode 1

Ik heb de afgelopen tijd drie boeken gelezen voor mijn fictie dossier en daar ook verwerkingsopdrachten bij gemaakt. Ik heb ook nog wat andere boeken gelezen zoals het leven van een loser maar dat vond ik niet echt boeken voor in mijn fictiedossier. Ik vind het belangrijk dat ik door boeken te lezen mijn woordenschat kan uitbreiden. Als ik meer woorden ken kan ik ook meer volgen in bijvoorbeeld het journaal of de krant. Ook kan ik deze woordenschat natuurlijk gebruiken bij andere boeken Ook leer ik soms wat over de inhoud van de boeken zoals bij waargebeurde verhalen of verhalen die zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen. Ik vind het ook belangrijk dat als ik een boek eenmaal uit heb ik ook allemaal niet alleen snap van wat er gebeurd is in het boek, maar ook begrijp wat voor personages er in het boek staan en hoe hun in het leven staan.

Elke keer dat ik een boek uit heb gelezen de afgelopen tijd begin ik zo snel mogelijk aan de verwerkingsopdracht. Ik lees niet eerst allemaal boeken en maak er dan opdrachten van. Ook raak ik in de war als ik bezig ben met het maken van een verwerkingsopdracht van het ene boek en ondertussen alweer ben begonnen met het lezen van een ander boek. Dan haal ik die twee verhalen heel snel door elkaar. Ik ben wel blij met wat ik uiteindelijk allemaal heb gedaan. Ik vind al mijn opdrachten wel goed gelukt. Alleen vind ik het jammer van mezelf dat ik veel te laat begon met het lezen van het laatste boek dat ik eigenlijk helemaal niet zo leuk vond. Als ik nog ruim de tijd had was ik gestopt met het lezen van dat boek en was ik verder gegaan in een ander boek. Ik hoop dus dat ik de rest van het jaar gewoon vroeg begin met lezen en alleen nog maar leuke boeken lees.

Verwerkingsopdracht nieuwe kaft, Het dorp


Ik heb het boek Het dorp gelezen geschreven door Nikita Lalwani. Ik vond het niet zo’n leuk boek. Ik vond hem nogal saai en moest mezelf steeds dwingen om verder te lezen. Ik vond het niet echt een interessant boek. Normaal heb je fictie boeken die je leest omdat je die leuk vind en waargebeurde verhalen omdat je die interessant vind en daar wat van kunt leren. Dit boek vond ik dus niet zo leuk maar het was wel fictie. Als het een waargebeurd verhaal was geweest dan had ik het boek denk ik net iets leuker gevonden. Je kreeg dan weer wat mee over wat er aan de andere kant van de wereld gebeurde. Maar dit was niet zo. Het was volgens mij wel redelijk goed geschreven voor mensen die dit soort boeken wel leuk vinden. Ze beschreef alles wat diegene in het boek zag namelijk tot in de details. Voor mij waren er iets te veel details. Ze beschreef alles tot in de puntjes waardoor ik een beetje geïrriteerd raakte. Ik wilde gewoon verder met het verhaal maar zij ging beschrijven hoe de lucht er die nacht uitzag. Ik zou dit boek dus niet zo snel aanraden.

Het boek gaat over een vrouw genaamd Ray. Ze komt uit Engeland en werkt bij de BBC. Ze gaat met nog twee andere mensen, één man en één vrouw, een film maken over een ‘open gevangenis’ in India waar mensen kwamen met hun gezin die waren veroordeeld voor moord of doodslag. Ze oberveren en filmen het dorp en sommige verhalen van mensen. Ze wilde mensen in Engeland een indruk geven van hoe het is in een ‘open gevangenis’. Maar ze hadden behoefte aan drama nodig. Ze wilde de mensen in Engeland ook iets geven om naar te kijken. Ze hebben toen een vrouw overgehaald om met haar ex-man te praten die haar vroeger sloeg, niks te eten gaf en opsloot terwijl ze zwanger was. Ze hebben stukken van die mensen hun leven gefilmd die voor die mensen heel gevoelig lag. Ray voelde zich hier schuldig over maar wist niet zo goed wat ze moest doen. Thuis wachtte op hun een baas die een mooie en emotionele film verwachtte. 
Ze hebben een man gefilmd die vermoedelijk aids had. Hij wist dit nog niet en de uitslag was nog niet definitief. Ze filmde tijdens dat de man dit allemaal van de dokter te horen kreeg. Zijn vrouw stond op een afstandje te luisteren. Toen ze hoorden dat de dokter zei dat hij hiv-positief was moest zijn vrouw heel hard huilen en schreeuwde ze naar haar man. Ze zei dat het leven nu geen zin meer had. Hij had hun ten schande gemaakt en waarschijnlijk hadden zij en haar zoontje nu ook hiv. Ze rende weg met een mes in haar hand. Ray rende haar achterna. Toen hield de vrouw waarvan ze toen hadden gefilmd toen ze met haar ex-man ging praten na zoveel jaar, de vrouw tegen. Ze schreeuwde naar Ray dat ze niet dichterbij moest komen. Ze zei dat ze haar soort wel kende, arrogant en egoïstisch. Ze zij dat ze het wist van de drugs die ze met zijn drieën rookte en dat ze met elkaar in een bed sliepen. Ze zei: “we laten ons door jullie filmen omdat jullie goede mensen zouden zijn, zo beschaafd. En dan doen jullie dit? Wij hebben gewillig meegewerkt. Wij zijn de idioten. Wat zullen jullie om ons hebben gelachten, zoals wij deden wat jullie wilden, wat jullie maar vroegen. En al die tijd laten jullie alleen maar jullie eigen gedegenereerde ideeën op ons los, nemen jullie alles wat je maar wilt, plunderen jullie ons. Voor een tv-programma?” Ray schrok hier heel erg van. Ze wist dat wat ze deden niet goed was maar dat het zo erg was had ze niet door. Ze is toen weggegaan en heeft voordat ze wegging alle dingen die ze hadden gefilmd en die om de computer stonden gewist en de banden van de video heeft ze weggegooid. Zo konden de andere twee mensen met wie ze daar was ook niets meer publiceren.

verwerkingsopdracht:
Ik heb als verwerkingsopdracht gekozen om een nieuwe kaft te maken voor het boek. Ik heb Ray geprobeerd te tekenen terwijl ze een camera vasthoudt. Ook heeft ze een joint in haar mond omdat ze soms een trekje kreeg van de man met wie ze daar ook was. Dat hielp haar een beetje overeind. De mensen in het dorp zagen ook dat ze af en toe drugs rookte en gingen oordelen over hun. Ik heb geprobeerd om de echte persoon Ray te laten zien in combinatie van hoe de mensen in het dorp haar zagen. Ook is de lens van de camera zo groot omdat ik probeerde het er te laten uitzien als een professionele camera met zo'n grote lens. Dit is alleen een beetje mislukt. Maar ik heb mijn best gedaan dus ik hoop dat je de nieuwe kaft een beetje mooi vind.