Sinds de dag dat ik het heb verteld ben ik erg veranderd. Ik
was ooit zeker van mezelf wist precies wat ik wilde. Ik had veel vrienden en
was nooit alleen. Maar nu heb ik helemaal niemand meer. Er zijn zat mensen om
me heen maar bij niemand voel ik me thuis. Ze schelden me allemaal uit sinds ik
het heb verteld. Ik weet nog goed hoe mijn klas reageerde toen ik het had
verteld. Ze keken me aan met aversie en ineens geneerde ik me.
Als ik nu terugkijk wilde ik dat ik het nooit had verteld. Ik weet nog nauwgezet
hoe ik het zei. Ik zei het vol zekerheid: “Ik ben lesbisch". Ik stond nog een
paar seconden voor de klas. Sommige keken dwars door me heen en de andere keek
weg. Hierna wilde niemand meer iets met me te maken hebben. Ze vonden het vies
en toonde totaal geen empathie.
Ik had het ook al aan mijn ouders verteld maar zij dachten
dat het misschien gewoon een fase was. Ze wilden niet geloven dat ik op andere
meisjes val. Maar ik wist het zeker. Ik was al vaker op meisjes verliefd
geweest en nu weer. Ik ben verliefd op een oude vriendin van mij die mij een
keer probeerde te troosten. Ik had het mijn ouders toen net verteld en ging de
volgende dag naar school. Toen moest ik in een keer in de klas huilen en rende
de klas uit. Ik kon het namelijk even niet aan. Ik snapte niet waarom mijn
ouders mij niet geloofde. Dat meisje rende me achterna en probeerde mij te
troosten. Toen werd ik verliefd op haar. Ik durfde haar het eerst niet te
vertellen en dacht dat het beter was om het in een keer dan ook gelijk aan de
klas te vertellen. Maar ook zij reageerde niet zoals ik had gehoopt. Ik wilde
dat ik niet meer lesbies zou zijn en dat ik het uit kon zetten, maar dat was
een utopie.
Vandaag ging ik weer naar school zoals elke gewone dag. Ik
zat alleen in de pauzes en werd zoals gewoonlijk opgewacht na school. Dan
schelden ze me uit en geven me een tik op mijn hoofd. Ze vonden dit hilarisch.
Ze waren bruut en totaal niet zachtzinnig. Ik probeer me dan
altijd zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Maar toen ik thuis kwam
gebeurde er iets heel onverwachts. Mijn moeder zit huilend in de armen van mijn
vader. Ik vraag wat er aan de hand was en ze schrokken. Ze hadden me niet horen
binnen komen. Mijn vader vertelt me dat mijn moeder vandaag te horen heeft
gekregen dat ze kanker heeft. Ze was al eerder naar de dokter geweest voor de
zekerheid maar verwachtte niet dat er echt iets aan de hand was. Blijkbaar dus
wel. Mijn moeder moest de volgende dag gelijk naar het ziekenhuis.
Het gaat heel slecht met mijn moeder en niet veel beter met
mijn vader. Sinds mijn moeder in het ziekenhuis ligt zit mijn vader in een
soort depressie. Hij eet thuis nog maar amper en is vaak in het
ziekenhuis bij mijn moeder. Ik ben daarom vaak alleen thuis. Ik voel me nog
ellendiger als te voren. Ik kwam op een dag thuis en mijn vader was ook thuis.
Ik wilde vertellen dat mijn klasgenoten mij al, sinds die dag dat ik vertelde
dat ik lesbisch was, aan het koeioneren waren. Ik vertelde dit aan mijn
vader maar het enige wat hij zei was dat ik dan maar er ook niet voor moest
kiezen om lesbisch te zijn. Hij viel tegen me uit en we leefde vanaf toen in disharmonie.
Gelijk daarna pakten mijn vader weer zijn spullen en ging naar het ziekenhuis. Ik wilde dat hij begreep dat het geen keuze
is. Als het een keuze was, zouden ze dan echt denken dat ik hiervoor zou
kiezen? Het is gewoon wie ik ben.
Sinds die dag begon ik mezelf te snijden. Ik kon echt niet
meer tegen de pijn en hoopte dat ik door deze pijn de andere niet meer voelde.
Ook voelde het fijn dat ik nu zelf in de hand had hoeveel pijn iemand mij nu
deed. Ik wist dat het snijden niet goed was maar zo voelde het wel. Als ik
thuis kwam liep ik naar de keuken en sneed mezelf in mijn linkerarm. Alle
sneeën en littekens zag je zitten. Wel moest ik die de volgende dag altijd mijn
arm afdekken zodat niemand het zou zien. Ik was bang dat als een leraar er
achter kwam hij of zij wilde gaan praten met mijn ouders, maar daar heb ik dus
absoluut geen zin in.
Met mijn moeder gaat alles nu nog slechter. De dokters
hadden alles haarfijn uitgelegd en verteld dat ze alles probeerde maar
dat het nog geen effect had gehad. Hierdoor was de kans groot dat mijn moeder
het niet meer lang zou gaan redden. Toen ik dit hoorde was ik kapot. Het
voelde alsof de grond onder mijn voeten verdween. Ik kon geen hap meer door
mijn keel krijgen en viel ook snel af. Ik werd al snel heel dun en als iemand
mij maar een tikje gaf viel ik bij wijze van spreken al om. Het ging echt niet
goed met me maar dat hadden mijn ouders niet door. Ik vroeg een keer aan mijn
vader of ik mee mocht naar het ziekenhuis. Hij zei snel nee, en ging weg.
Tegenwoordig ging hij bijna elke dag naar het ziekenhuis. Ik wilde zo graag een
keer mee want ik had mijn moeder al een lange tijd niet meer gezien. Ze was nu terminaal
ziek.
Het ging heel slecht met me. Ik werd gepest op school, at te
weinig, was bijna altijd alleen thuis, maakte me zorgen om mijn moeder en vader
en sneed mezelf in mijn arm. Ik ging echt de verkeerde kant op en het woord
zelfmoord kwam al vaker langs in mijn gedachtes. Ik was er radicaal
klaar mee. Ik kon de vuurproef niet doorstaan en was in een hachelijke
situatie gekomen. Niemand wilde mij namelijk nog hier en als ik er over
nadacht, ik eigenlijk ook niet. Het was
gewoon te veel. Als ik er een einde aan zou maken zou ik op een beter plek komen.
Ik zou niet meer zoveel pijn moeten hebben en alle mensen hadden mij, de vieze
lesbo, dan niet meer in hun leven.
Ik had besloten om er een einde aan te maken. Ik had er
genoeg van en kon er niet meer tegen. Ik was die dag heel zenuwachtig . Ik wist
dat mijn vader bij mijn moeder was en dat klopte. Ik kwam thuis en er was
niemand. Ik schreef een brief voordat ik voorgoed wegging. In de brief stond
dit verhaal. Het verhaal dat jij nu leest. Alles stond hierin, alles.